Droging |
16 h / 20 °C
|
Volgende laag binnen |
24 h / 20 °C
|
Stapelbaar na |
16 - 24 h / 20 °C
|
Doorharding |
7 d / 20 °C
|
Belastbaar volgens |
7 d / 20 °C
|
Ondergrondvoorbehandeling |
Schoon, droog hout, vrij van olie, vet, was en siliconen. Volgens de voorschriften geschuurd en vrij van schuurstof.
|
Ondergrondschuurgang korrelgrootte van-tot |
240 - 320
|
Eindbehandeling |
De laatste laag eventueel met een leerborstel glanzend polijsten. Overlakbaarheid: met de lak zelf of geschikte kleurloze producten mogelijk, zie "speciale aanwijzingen”. Voor het lakken van de binnenkant van kasten adviseren wij vanwege de lagere geurbelasting Proterra RESIT GE 17102. Na voldoende droging overschilderbaar met bijvoorbeeld GZ 1020-0001, GZ 1622, GE 11025-2001, GE 12006-2001, GE 14004-2001.
|
Opmerkingen schuurgang |
De hout-schuurgang moet worden afgestemd op de gewenste opbrenghoeveelheid; hoe kleiner de opbrenghoeveelheid, hoe fijner de schuurgang (tot korrel 240 bij het inpolieren). Randen en oppervlak gelijkmatig schuren. De kwaliteit van de schuurgang is doorslaggevend voor het eindresultaat!
|
Verbruik per laag |
47 - 95 m²/l
Het rendement is sterk afhankelijk van de applicatiewijze. De gegevens hebben betrekking op één liter van het verwerkbare product, zo nodig inclusief verharder en verdunner.
|
Verwerkingstemperatuur tijd |
20 - 40 °C
|
Opslagtemperatuur |
10 - 30 °C
|
Transportvoorwaarden |
vorstvrij - tot max. 35 °C
|
Verwerkingstemperatuur |
20 °C
|
Aanwijzingen voor verwerking |
Met schuurvlies inslijpen, kort laten inwerken en het overtollige product met een katoenen doek verwijderen. De oppervlakken moeten er droog uitzien; anders zullen problemen optreden bij het drogen. De laatste laag eventueel met een leerborstel glanzend polijsten. Het materiaal droogt oxidatief. Houd u aan de algemene aanwijzingen voor de verwerking.
|
Speciale aanwijzingen |
Voor het lakken van de binnenkant van kasten adviseren wij vanwege de lagere geurbelasting Proterra RESIT GE 17102. Na voldoende droging overschilderbaar met bijvoorbeeld GZ 1020-0001, GZ 1622, GE 11025-2001, GE 12006-2001, GE 14004-2001. Voorgronden is afhankelijk van de wensen voor het oppervlak en het dragermateriaal mogelijk, bijvoorbeeld met: GE 17102, GE 11025-2001. Het materiaal droogt oxidatief. Houd u aan de algemene aanwijzingen voor de verwerking. Door de hoge reactiviteit kan velvorming ontstaan. Verwijder dit vóór het omroeren. Aansluitend moet het materiaal voor de zekerheid worden gezeefd. Opslagklasse volgens BetrSichV: lichtontvlambaar. Neem de meest recente versie van het veiligheidsinformatieblad in acht!
|
Algemene aanwijzingen voor de verwerking |
Over oxidatief drogende materialen: In de verpakkingen, en vooral in aangebroken verpakkingen, kan er een huid ontstaan op het olieoppervlak. Deze moet voor gebruik worden verwijderd. Lage temperaturen, verhoogde vochtigheidsomstandigheden, onvoldoende luchtcirculatie en houtinhoudstoffen die de droging vertragen kunnen de droogtijd van de olie verlengen. Coatingstoffen die bij het drogen warmte ontwikkelen (oxidatief drogende oliën) en coatingstoffen die licht ontvlambare afzettingen vormen, mogen wegens zelfontbrandingsgevaar niet zonder meer in dezelfde spuitstand worden verwerkt (zie voorschriften Duitse beroepsvereniging: BGR 500 Hoofdstuk 3: Verwerken van verschillende soorten coatingstoffen). Bij met olie doordrenkte katoenen doeken, karton of papier bestaat het gevaar van zelfontbranding door warmteophoping; daarom uitgespreid aan de lucht laten drogen alvorens te verwijderen. Ook met olie doordrenkte houtstof neigt naar zelfontbranding, dus verwijder dit niet in een gesloten container; en schuur uit voorzorg geen hout in de spuitcabine, indien mogelijk. De olie zelf is niet uit zichzelf brandbaar. De noodzakelijke reinigings-, onderhouds- en opfrisintervallen moeten worden afgestemd op het aantal aangebrachte olielagen, en op de soort en de intensiteit van de belasting. De materiaaleigenschappen zijn getest op in de handel gebruikelijke houtsoorten zoals eiken, beuken, enz. Bij zachte, gekleurde, exotische of onbekende houtsoorten kunnen harsen aanleiding geven tot drogingsvertraging en optische veranderingen. Daarom moet u voor gebruik op andere houtsoorten eerst testen of deze geschikt zijn. Let erop dat de oliën, zoals vrijwel alle natuurlijke materialen, in de loop der tijd verkleuren onder invloed van licht- en/of warmte. De kleur verandert zowel door lichtinstraling (bv. UV-straling van de zon), als door het ontbreken van licht (donkervergeling, bv. onder tafellaken, tapijt, kast, etc.). Dit kan vooral bij een licht gepigmenteerde ondergrond opvallen. Geoliede oppervlakken hebben een typische geur. Deze neemt na enkele dagen af, wanneer het product droger wordt.
|